
https://nl.pinterest.com/mplanckaert/oertijd/
https://archeologie.culture.fr/lascaux/fr/visiter-grotte-lascaux/passage
Kijk hier hoe wij het deden: klik hier.
1. Schilderen van het kartonnen blokje
2. Kammen van de verf
3. Doppen van de verf met doppers of een metalen schuurspons
4. Schetsen van het dier en overgaan met houtskool
Prehistorische
rotstekeningen zijn tienduizenden jaren lang vervaardigd. De meeste
hiervan beelden jachtdieren af. Zo hebben archeologen en paleontologen
niet alleen gedetailleerde afbeeldingen van dieren als paarden, stieren
en herten kunnen analyseren, maar ook afbeeldingen van uitgestorven
dieren als mammoeten, oerossen en wolharige neushoorns.
Op
dit moment zijn er in Frankrijk en Spanje alleen al 350 grotten waarin
prehistorische muurschilderingen zijn gevonden. De oudheid van deze
afbeeldingen is vaak door koolstofdatering te schatten. De
koolstofdatering kan echter door veel omstandigheden worden beïnvloed en
biedt nooit een honderd procent dekkend antwoord. De oudste
rotstekeningen die door koolstofdateringen zijn gemeten zijn maar liefst
35.000 jaar oud.
Motieven
Er bestaan
meer theorieën over de motieven van onze prehistorische voorouders voor
het maken van rotstekeningen dan dat er rotstekeningen zijn. De meest
fundamentele theorie die door velen wordt aangenomen, is dat de
rotstekeningen niet slechts decoratief waren. Dit wordt ondersteund door
het feit dat de rotstekeningen over het algemeen niet in de grotten
zijn gemaakt waar de prehistorische mens in leefde. In plaats daarvan
werden ze in uiterst onherbergzame en slecht toegankelijke grotten
vervaardigd.
Een
interessante theorie is dat de afbeeldingen werden gemaakt uit angst
voor wilde dieren. De prehistorische mens zou met de tekeningen zijn
angst bezweren. Deze theorie wordt ondersteund door het feit dat er zo
goed als geen mensen opgetekend zijn, hooguit schematische schetsen,
terwijl de dieren altijd erg gedetailleerd getekend zijn. Een tweede
theorie stelt juist het tegengestelde: de mens was niet bang voor deze
dieren, maar tekende ze juist om er op magische wijze voor te zorgen dat
de dieren zich zouden vermeerderen. Dit met de motivatie dat er meer
dieren en dus meer voedsel zou zijn.
Weer een andere theorie is
opgebracht door David Lewis-Williams, emeritus professor in de
cognitieve archeologie aan de Universiteit van de Witwatersrand in
Johannesburg. Lewis-Williams stelt op basis van uitgebreide
etnografische studies naar samenlevingen van hedendaagse
jager-verzamelaars dat de afbeeldingen zijn vervaardigd door
paleolithische sjamanen. Deze sjamanen zouden zich terugtrekken in de
donkerte van de grotten om vervolgens in een trance te komen. In deze
staat tekenden zij hun visioenen op, hoogstwaarschijnlijk met het idee
dat er kracht uit de wanden van de grotten werd onttrokken. Deze
theorieën zijn echter niet toetsbaar, dus men kan er enkel over
speculeren.
Grotten als leerscholen
In
het Franse Dordogne zijn niet alleen afbeeldingen van dieren, maar ook
die van abstracte vormen als kriskrassende lijnen en cirkels gevonden.
Archeologen van de universiteit van Cambridge stellen dat deze
prehistorische afbeeldingen door kinderen en peuters zijn vervaardigd.
Ze zouden daarmee geholpen zijn door volwassenen, gezien het feit dat
veel afbeeldingen op het plafond van de grotten gevonden zijn.
Archeologen
schatten dat kinderen van twee tot zeven jaar oud deze tekeningen
hebben gemaakt. Volgens de archeologen zou een specifieke kamer vol
abstracte afbeeldingen zelfs een kinderkamer voorstellen. De archeologen
speculeren derhalve dat kinderen zo’n 13.000 jaar geleden werden
aangespoord kunst te creëren.
DNA-onderzoek
De
tekeningen die dieren afbeelden, zijn veelal erg gedetailleerd. In de
grotten van Pech Merle in Zuid-Frankrijk zijn bijvoorbeeld afbeeldingen
van gevlekte paarden gevonden. Na een lange discussie in hoeverre de
afbeeldingen realistisch waren, omdat men tot dusver geen kennis had van
een gevlekte paardensoort in die periode, is er door een internationaal
team bij de Leibniz Institute for Zoo and Wildlife Research in
Duitsland een DNA-onderzoek gedaan.
Verschillende gefossiliseerde
botten en tanden van paarden van over de hele wereld werden
geanalyseerd. Wat bleek: 6 van de 31 exemplaren hadden een genetische
mutatie die vlekken veroorzaakte. De wetenschappers konden zo
concluderen dat de prehistorische mens goed observeerde en dat de
afbeeldingen die zij vervaardigden in de grotten, in ieder geval die in
Dordogne, uiterst realistisch waren.
Frankrijk
Enkele
van de oudste rotsschilderingen ter wereld zijn gevonden in Chauvet,
Frankrijk. Sommige archeologen stellen dat de tekeningen te modern
lijken om uit een vroege periode in de steentijd te stammen, maar
tachtig verschillende proeven op verscheidene onderdelen wijzen erop dat
de afbeeldingen 30.000 tot 35.000 jaar oud zijn. Een argument voor de
moderne uitstraling stelt dat de tekeningen door de jaren heen zijn
aangepast om ze fraaier te maken. Wat wij vandaag de dag dus zien, is
een resultaat van duizenden jaren werk. Aanhangers van deze theorie
stellen dat het daarom logisch is dat de tekeningen moderner lijken en
dat de onderste lagen van de tekeningen duiden op de oudheid.
Australië
Er
is een theorie dat enkele rotsschilderingen in Australië nog ouder zijn
dan die van Chauvet. In het Nationaal park Kakadu is namelijk een
schildering van oker gevonden. Omdat oker niet organisch is, is het niet
met koolstofdatering te meten en is de specifieke ouderdom dus niet
vast te stellen. Op de afbeelding staan twee emu-achtige vogels met
uitgestrekte nek. Paleontologen herkende de vogels als behorende tot de
‘megafauna’ (Grieks: zeer grote dieren) Genyornis. Men dacht echter dat
deze vogels al meer dan 40.000 jaar geleden uitgestorven waren. Dus
ofwel de schilderingen zijn minstens zo oud, ofwel de vogels zijn later
uitgestorven dan men dacht.
Verder…
Veel
rotsschilderingen zijn goed bewaard gebleven omdat er geen licht op valt
en er een gelijkmatige temperatuur heerst in de grotten. Dit klimaat
verandert echter door de grote publiciteit voor de tekeningen in de
laatste jaren; het wordt vochtiger, er is een hogere temperatuur en een
hoger koolzuurgehalte. Dit vormt een bedreiging voor de
rotsschilderingen. Steeds meer grotten worden daarom afgesloten. Ter
vervanging worden nabootsingen van de grotten gemaakt, die wel bezocht
mogen worden.